Kwaliteit en besparen zit vaak in kleine details

Onderstaande blog is geschreven door een gastredacteur. Als grootste zonne-energieplatform van Nederland heeft Fritts nog altijd de ambitie om verder te groeien. Gastbloggers zijn een belangrijk onderdeel van ons groeiproces. Vind jij het leuk om jouw kennis van en/of enthousiasme over zonne-energie te delen? Mail naar redactie@fritts.nl, word ook gastblogger en help Fritts groeien.

Met enige regelmaat word ik benaderd door bewoners van onze gemeente om een aantal offertes te beoordelen voor het plaatsen van zonnepanelen.

Een voorbeeld uit de praktijk:
Installatie: 20 x 265Wp is 5300Wp, maar door de oriëntatie op het zuidwesten wordt een opbrengst verwacht van ca. 4200 kWh op jaarbasis.

Bij de omvormer wordt het rendement vrij gebruikelijk opgegeven tot op ‘n 1/10 procent, maar bij de bekabeling worden de verliezen nogal eens uit het oog verloren.

Een vuistregel die ik regelmatig hoor is, dat het kabelverlies onder de 1 procent moet blijven. Maar een vuistregel leidt lang niet altijd tot de beste oplossing als je naar prijs en kwaliteit kijkt. Natuurlijk handig voor de installateur, maar bij de klant ontbreekt meestal de kennis. Die gaat af op wat de installateur aanbiedt.

Voor de verbinding tussen de omvormer en de meterkast wordt (te) vaak gebruik gemaakt van kabel met een draaddoorsnede van 2.5mm2. Dat voldoet wel aan de geldende voorschriften, maar komt de opbrengst en daarmee de kwaliteit niet ten goede. Zeker bij een wat grotere installatie zoals in dit voorbeeld, leidt dit tot onnodig verlies van rendement. Dit kan eenvoudig worden voorkomen door een grotere draaddoorsnede te kiezen. Het rendementsverlies en de meerkosten van de duurdere kabel worden snel terugverdient.

Het vermogen dat door de zonnepanelen wordt opgewekt varieert doorlopend gedurende het jaar, en daarmee ook de verliezen die optreden. Dat wordt dus lastig rekenen. Door gebruik te maken van gegevens van het KNMI kijken we naar het aantal zonuren volgens het langjarig gemiddelde. In onze regio (oosten van Nederland) is dat ongeveer 1370 uren. Het aantal bruikbare uren in dit voorbeeld op basis van de oriëntatie is ca. 1165uren. Gerekend met de jaaropbrengst (4200kWh) en het bruikbare aantal zonuren komt dit neer op een opbrengst van 3,605 kW/uur. Daaruit berekenen we de gemiddelde stroom bij nominale netspanning, wat neer komt op een 15.67 A.

In dit voorbeeld is de lengte van de kabel tussen de omvormer en de meterkast 12 meter. Het verlies treed op in de heen en de retour gaande draad, dus in de berekening 24 meter. De weerstand van koperdraad bedraagt 0.0175 Ω per meter/mm2 . Daarmee kunnen we de verliezen uitrekenen voor de diverse draaddoorsnedes, uitgaand van de gemiddelde stroom en het aantal (bruikbare) zonuren.

Bij een draaddoorsnede van 2.5 mm2 is het kabelverlies 48 kWh per jaar, wat neerkomt op een verlies van 1,15 procent ofwel € 10,56 bij een kWh prijs van € 0,22 .

Bij een draad doorsnede van 4 mm2 is het kabelverlies 30 kWh wat neerkomt op een verlies van 0,715 procent, ofwel € 6,60 op jaarbasis. Voor een kabel doorsnede van 6 mm2 is het kabelverlies 20 kWh wat neerkomt op een verlies van 0,477 procent, ofwel € 4,40 op jaarbasis. Dat lijkt allemaal niet zo spectaculair maar het betreft wel een investering voor tenminste 25 jaar.

De actuele consumentenprijs (mrt. 2016) van YMVK kabel van 2.5 mm2 bedraagt ca. €1,22 / m, van 4 mm2 ca. € 2,00 / m en van 6 mm2 ca. € 3,00 / m. Door 4 mm2 toe te passen in plaats van 2.5 mm2 verdien je het prijsverschil in minder dan 2,5 jaar terug.   Bovendien bespaar je 18 kWh / jaar. Hierop kunnen b.v. vier led-lampen van 5.5W 818 uur of wel ruim 2 uur / dag licht geven.

Door 6 mm2 in plaats van 2.5 mm2 te gebruiken verdien je het prijsverschil in minder dan 3,5 jaar terug. Bovendien bespaar je 28 kWh / jaar. Hierop kunnen vier led-lampen van 5.5W 1272 uur of wel 3.5 uur per dag licht geven. Het is dus altijd de moeite waard om een offerte ook op deze details te (laten) beoordelen, zeker bij een wat groter aantal panelen of bij wat grotere kabellengtes.

Bovenstaande heeft betrekking op wisselspanningskant, dus vanaf de omvormer tot de groepenkast. Voor de gelijkspanningskant, dus tussen de zonnepanelen en de omvormer geldt in beginsel het zelfde maar daar wordt ‘standaard’ al gebruik gemaakt van 4 mm2 en zijn de stromen meestal lager dan aan de wisselspanning kant. Het grootste verlies aan de gelijkspanningskant zijn de connectoren waarmee alles aan elkaar gekoppeld wordt.