Waarom (de meeste) zonnepanelentests waardeloos zijn
Als consument wil je weten of je de beste zonnepanelen koopt. Een logische stap is dan ook om naar verschillende testen te kijken. Dat klinkt logisch, maar is niet altijd handig. In dit artikel zal ik uitleggen waarom zonnepanelen testen moeilijk is en je sterk de vraag moet stellen of het wel zin heeft om ze te testen. Uiteraard leg ik ook uit waar je wel op kan letten, om zo de beste zonnepanelen te kopen.
De verschillende zonnepanelentesten
Er bestaan drie soorten zonnepanelentesten:
1. De standaard zonnepanelentest
Een standaard test om zonnepanelen te beoordelen bestaat uit een flashtest aangevuld met een EL-test. De flashtest geeft het vermogen van het zonnepaneel weer onder STC-waardes. Dit is de waarde waarmee het vermogen van zonnepanelen aangeduid wordt. De EL-test zegt niets over het vermogen, maar vooral iets over de fysieke kwaliteit. Het is een soort röntgenapparaat waarmee breuken en andere gekke dingen in de zonnecel worden gezien. De uitslag van de standaard test is dat je het vermogen van het zonnepaneel weet en ziet of er intern niets kapot is. Dit is standaard het startpunt (meestal getest door de fabrikant) en zegt niets over hoe het paneel zich gedraagt tijdens de levensduur.
Voorbeeld van deze test is de Go Solar California test. Deze test van de overheid van Californië meet middels een flashtest het vermogen voor de “Californische praktijk” omstandigheden.
2. De praktijk zonnepanelentest
Zoals de naam al doet vermoeden worden de zonnepanelen hierbij getest in de omstandigheden waarin ze in het echt moeten presteren. De zonnepanelen worden op een locatie geplaatst (op de grond of op het dak) en de opbrengst wordt gemeten. Voordeel van deze test is dat deze weergeeft wat de zonnepanelen doen onder de echte omstandigheden. Natuurlijk de zonnestraling, maar ook de extreme omstandigheden van regen, hagel, sneeuw, vocht, vorst en hitte.
Het enige minpunt van een praktijktest is dat deze pas iets zegt op lange termijn. De zonnepanelen die jij gaat kopen moeten 25 jaar mee gaan. Dan heeft een jaar testen dus geen zin. Pas na een jaar of vijf zou je iets kunnen zeggen. Alleen heb je er dan niets meer aan, want dan zijn de huidige zonnepanelen al lang niet meer te koop.
Een voorbeeld van deze test is de Photon test. Dit testveld staat precies op de grens van Nederland en Duitsland vlakbij Kerkrade. Dat het testen van zonnepanelen in de praktijk niet makkelijk is, blijkt wel uit het feit dat er sinds 2013 geen zonnepanelen meer aan de test zijn toegevoegd. De zonnepanelen die in deze test staan zijn nergens meer te koop.
3. De extreme zonnepanelentest
Dit is eigenlijk de enige test waar je iets aan hebt. Met een extreme zonnepanelentest wordt eigenlijk de extreme weersomstandigheden in een laboratorium nagebootst, en dan versneld. De zonnepanelen worden blootgesteld aan extreme hitte en extreme kou. De zon wordt nagebootst met speciale UV-lampen. Afhankelijk van de test worden de echte omstandigheden nagebootst in een aantal cycli (warm>koud e.d.). Elke cyclus is vergelijkbaar met een aantal dagen.
De extreme zonnepanelentest is extreem duur en wordt dan ook zelden uitgevoerd.
Een voorbeeld van deze test is de DNVGL-test. Helaas is deze niet openbaar en wordt deze door DNVGL gebruikt om investeerders (in grote parken) te informeren.
Hoe zonnepanelen testen niet moet
Het testen van zonnepanelen is echt heel moeilijk. Een goede test is extreem duur en geeft geen resultaat op korte termijn.
Op internet kom je veel houtje-touwtje-testen tegen. Een paar zonnepanelen op een dak, optimizers erop om de opbrengst af te lezen en klaar. Ja, als het zo makkelijk was zou bijvoorbeeld TNO of de Consumentenbond ook wel goed testen. De testen uitgevoerd door niet gerenommeerde instanties zijn echt compleet waardeloos. Dat zit in de volgende punten:
- De omstandigheden zijn niet gelijk (schaduw, locatie e.d.). Zonnepanelen aan de voorkant of zijkant van een testveld hebben ALTIJD meer opbrengst.
- Een goede test geeft resultaat over enkele jaren. Een test korter dan vijf jaar in normale weersomstandigheden zegt helemaal niets maar dan ook echt niets over de opbrengst van een zonnepaneel op lange termijn.
- De meetapparatuur is niet geijkt.
- Verschillende testen lijken niet objectief te zijn.
- De testresultaten worden niet onafhankelijk gecontroleerd.
Een zonnepaneeltest zegt eigenlijk niets. Waar moet je wel naar kijken.
Als je zonnepanelen koopt, wil je uiteraard de beste zonnepanelen voor de beste prijs. Hierbij kan je niet naar kortetermijntesten kijken die zijn uitgevoerd door niet gerenommeerde keur instanties. Helaas ontbreekt het anno 2016 aan echte goede testen waar je iets aan hebt. Maar waar moet je dan wel op letten?
Fritts heeft een speciale methode ontwikkeld om zonnepanelen te beoordelen. Hierbij spelen testen uiteraard een rol. Echter een wel heel kleine rol. Fritts kijkt naar het complete plaatje. Welke componenten worden er gebruikt? Welk bedrijf maakt de zonnepanelen en hoe ziet de toekomst van dat bedrijf eruit? Waar moet je zijn voor garanties? Etc. Het gaat om het complete plaatje.
De Fritts Review-methode kijkt in totaal naar dertig punten. Deze methode is gebaseerd op de methodes die gebruikt worden om zonnepanelen voor grote projecten te beoordelen. Zoals je zult begrijpen zal een investeerder in een groot project niet zo maar een paar miljoen neerleggen voor een zonnepanelenpark met zonnepanelen waarvan hij niet weet wat hij ervan kan verwachten.
Wil jij weten wat Fritts de beste zonnepanelen vindt? De Fritts Reviews zijn voor iedereen gratis beschikbaar. Klik hier voor meer informatie over de Fritts Reviews.